Amazonas

11-8
We kunnen op ons gemak ontbijten, ons vliegtuig gaat pas om twee uur. Margerita geeft ons heel attent een aandenken aan ons verblijf. Op het vliegveld hebben we alle tijd om onder het genot van cappucino’s het reisblog bij te werken.

Leticia ligt op het drielandenpunt van Colombia met Brasilie en Peru. Het is er overigens behoorlijk fris. met 22 graden veel kouder dan we hadden verwacht. De oostenwind heeft hier de afgelopen nacht en ochtend uit Brasilie flink veel regen gebracht en daarmee ook afkoeling. Gelukkig zijn we nog op Bogota gekleed. De fleece kan aanblijven.
Nu we een volledige toer hebben geboekt kan het verstand uit. Op het vliegveld van Leticia staat Sr. Robinson op ons te wachten. Met een taxi worden we naar de pier vervoerd waar een watertaxi op ons wacht. Onze bagage wordt keurig aan boord gebracht. Wat een weelde om niet zelf te hoeven sjouwen.

De Amazone is hier honderden meters breed. Ons bootje is voorzien van een flinke buitenboordmotor en op het vlakke water gaan we snel vooruit. Onze bestemming is de op dikke boomstammen drijvende houten cabaña Kurupira, een kilometer of vijf de rivier op.
image
Hier voegt een zijarm zich weer in de Amazone. We zijn de enige gasten in dit twee verdiepingen hoge bouwsel. Onze hut is op de bovenverdieping. We hebben een prachtig zicht op de rivier en op de punt van de zandbank die de armen van de rivier scheidt.
image
Smalle lange kano’s varen op de rivier, aangedreven door luchtgekoelde buitenboordmotoren waarvan de schroef aan het einde van een rechte, twee meter lange staart zit. Ik zag deze motoren voor het eerst in Bankok. Later hoor ik dat deze motoren inderdaad uit Thailand en uit Japan komen. Ze worden hier pèkepèke genoemd, naar het geluid dat ze produceren. Goedkoper in aanschaf en zuiniger dan gewone buitenboordmotoren.
image
De papagaaien en parkieten op de oever maken op dit late middaguur een lawaai van jewelste. Om tien voor zes is het als op commando in een klap stil. Tien minuten later is het donker en gaat de generator aan. We hebben stroom tot negen uur. Net genoeg om de batterij van mijn fototoestel weer een beetje op te laden.
Beneden is de open keuken, waar een eenvoudig maar smakelijk maal voor ons wordt klaargemaakt. Ze hebben er zelfs een flesje wijn bij! Dat laten we ons natuurlijk niet ontzeggen en zo hebben we nog een glaasje om na het eten boven na te genieten. Als we daar de spaarlampen losdraaien kunnen we de heldere sterrenhemel zien boven de maanverlichte Amazone. De chicades hebben het orkest van de vogels overgenomen. Muy romantico. Voor het slapengaan wacht ons een koude douche, dat stellen we graag even uit.

12-8
Na het ontbijt hebben we nog net tijd om de trots van beheerder Pedro te zien. Op het land achter het drijvende gebouw heeft hij een park aangelegd waar we een voorproefje krijgen van wat ons in de jungle te wachten staat. Het lokkertje is de Victoria Regia waterlelie in een meertje waar hij een brug overheen heeft geslagen. Maar zijn tamme groene roodstaart papagaaien zijn ook leuk, en zijn uitleg over medicinale planten en bomen is zeer interessant.
image
Zijn timing is perfect. Als we terugkomen van de korte wandeling komt onze watertaxi net aan met gids Mario en vier colombianen die in Leticia hebben overnacht.

Het is nog een behoorlijk eind varen naar de Reserva el Milagro de Marasha bijna een uur stroomopwaarts aan de overkant van de rivier. Dit is Peruaans grondgebied, ik ben voor het eerst in mijn leven in Peru. Hier gaan we onze eerste wandeling door de jungle maken. Maar nu blijkt dat onze trip, die tot nog toe vlekkeloos is verlopen, toch niet tot in de puntjes is georganiseerd. De vier anderen hebben uit Leticia laarzen meegenomen, en die zijn echt nodig als je over de blubberige paden in het woud gaat lopen. Ik vraag onze gids Mario of er niet hier ter plekke laarzen kunnen worden geregeld. Het vooruitzicht om op mijn gympen door de modder te banjeren is niet erg aanlokkelijk. Voor Ineke blijken er laarzen in haar maat beschikbaar, maar maat 43 is echt een probleem. Als blijkt dat de maat 39 laarzen van Ien erg groot uitvallen, maatje 37 pas haar prima, mag ik de laarzen van de gids proberen. Volgens de gids maat 39, maar ze passen me net. Mario gaat wel op blote voeten, zegt hij dapper, maar even later leent hij toch maar de laarzen van een collega.
Als we op pad zijn ben ik erg blij met mijn laarzen. Af en toe zompen we enkeldiep door de zuigende modder. Gids Mario vertelt dat dit deel van het woud van januari to april een paar meter onder water staat. Het is nog steeds niet helemaal opgedroogd. De bomen hebben kaarsrechte stammen, een meter of dertig hoog voordat ze zich vertakken in bebladerde toppen.
image
Het leven speelt zich verborgen in de boomtoppen af. We zien een paar apen, voornamelijk achter de bladeren buiten beeld, maar de bewegende takken verraden hun positie. Mario spot ook een luiaard, die veel langer in beeld blijft. Op dertig, veertig meter hoog doet hij zich tegoed aan de bladeren. Het pad leidt ons langs een kreek, de rand van een stuk dat permanent onder water staat. De bomen hier zijn laag, meer struiken op een drie meter hoge stam.
image
Overigens zet Mario er flink de sokken in. Regelmatig moet hij wachten op het wat tragere deel van de groep, waar wij ook toe behoren. Wij staan af en toe stil om iets te bekijken, maar dan is Mario te ver vooruit om hem vragen te stellen.
Na anderhalf uur komen we bij de maloca, ons onderdak. Een verzameling houten hutten op palen aan een meer, verbonden met vlonderpaden op palen. Een kudde tamme knagers ter grootte van kleine varkens staat klaar om ons te begroeten.
image
Onder het afdak waar we koffie en limonade krijgen, zit een tamelijk opdringerige tamme lora. Even verderop zitten grote gekleurde papagaaien op een stok. Na het inkwartieren wacht ons een smakelijke lunch naar Brasiliaans recept. We zitten per groep aan tafel. Onze jonge gids gaat apart zitten, anders dan de iets oudere gids van een groepje Duitsers een tafel verderop. We hebben na de lunch nog een uurtje siesta voor we een kanotocht over het meer gaan doen. De hangmatten op een overdekt vlot op het water zijn uitstekend. Wat een leven.
We hebben de keuze: zelf peddelen in een kayak of met onze gids in de grote kano. Wij kiezen voor de kano samen met een colombiaanse. De drie anderen gaan in de kayak. Langzaam worden we het meer rond gepeddeld om de flora en fauna te bekijken. Aan de kant sterft het in de bomen van de pavo’s een pauwensoort.
image
Maar we zien ook een visarend. Over de andere vogels die we zien krijgen we wat ontwijkend commentaar, kennelijk is de kennis van onze gids beperkt tot de grootste en meest spectaculaire vogels.
De boom die boven alle andere uitsteekt is een eeuwenoude Ceiba. We wandelen er naar toe om te zien hoe groot hij is. Het is werkelijk imposant. Op een meter of veertig hoog, waar de takken beginnen, is een platform gebouwd waar in het seizoen de canope kabel begint die over het meer gespannen is. Daarboven torent nog een meter of 15 a 20 de kroon van de boom.
image
De kanotoer had van ons wel de rest van de middag mogen duren. Heerlijk relaxed om zo rondgevaren te worden. Maar Mario vindt anderhalf uur wel genoeg. Eenmaal terug is het vissen op piraña’s weinig succesvol. We zien in het heldere water hoe de agressieve visjes ons het aas van de haak vreten, maar vangen is er niet bij. We gaan dus nog maar zelf wat kayakken. Zo aan het einde van de middag zien we steeds meer vogels: koeten, reigers, vliegenvangers en een grote soort ijsvogels die het water in duiken om hun prooi te vangen. De bloemen van de Victoria Reina waterlelies die hier ruim vertegenwoordigd zijn, schitteren wit in de avondzon. Rustig peddelend genieten we op het stille meer tot de duisternis valt.
Als ik even later onder de (koude) douche sta word ik uitgelachen door een klein kind. Ik kijk naar de spleten tussen de planken die mijn privacy zouden moeten garanderen, maar ik zie niets. Tot ik naar boven kijk en de vrijpostige lora lachend tegen het muggengaas zie klimmen. Het klinkt levensecht.
Na het avondeten hebben we een nachtelijke tocht over het meer, op zoek naar zwarte kaaymannen. Gewapend met een hoofdlamp gaat Mario voor in de kayak peddelend op zoek. Hij weet precies waar hij moet zijn. Een meter of twintig van het resort vaart hij een rietkraag in en speurt en speurt. En jawel hoor, een minuut of vijf later heeft hij hem te pakken. Een kaaymannetje of kaayvrouwtje van wel twintig centimeter wordt aan boord gehesen. We mogen hem allemaal zien bij het zicht van de zaklampen. Beurtelings mogen we hem vasthouden, achter de kop want ze kunnen gemeen bijten. Voor de vorm varen we nog speurend het halve meer rond. Vruchteloos. Volwassen kaaymannen laten zich niet zien. De gevangen kaaiman wordt pas losgelaten als we weer op het vlot met de hangmatten staan. We zien hem terugzwemmen naar de rietkraag waar de gids van de duitse groep hem weer zal gaan zoeken.

13-8
Na het ontbijt maken we een tweede wandeling door het bos om terug te gaan naar de pier waar we zijn aangekomen. De rugzakken gaan met een van de lange smalle boten, die ons opwacht aan het einde van onze wandeling. Nu de zon schijnt wordt het snel warm en vochtig, prima om nu in een boot te zitten. Door een smalle kreek maken we nog een mooie tocht naar de pier waar het gezelschap zich zal splitsen.
image
De Colombianen terug richting Leticia, en wij in een prive watertaxi naar Puerto Nariña. Al wachtend op onze boot zien we dolfijnen stroomopwaarts gaan. Het zijn grijze dolfijnen, de kleine soort van anderhalve meter lengte.

Met de watertaxi die twee nieuwe gasten naar Marasha brengt, komt onze volgende gids Juan. Hij zal ons vergezellen naar Puerto Nariño. Helaas is hij niet erg spraakzaam. Onderweg hebben we twee stops. Eerst doen we het isla de los micos aan. Ik heb geen idee wat ons te wachten staat, en zodra we aan wal zijn worden we naar een groep mensen gedirigeerd die even verderop staat. Twee lokale gidsen zijn erbij. Ze vertellen ons om onze brillen stevig op het hoofd te zetten en we zien al snel waarom. Binnen de kortste keren zijn alle bezoekers bedolven onder de micos, een apensoort ter grootte van een kleine kat. Ze springen van de een naar de ander, waarbij degenen die van de gidsen een banaan krijgen het populairst zijn. Het is de bedoeling om de banaan stevig vast te houden, dan wordt je arm bedolven onder de aapjes die krijsend concurreren om dit lekkers. Erg zindelijk zijn ze niet, zien we aan de poep op de blote schouder van een van de vrouwelijke toeristen. Je moet er wat voor over hebben, bij mij piest er een op mijn rug.
image
Een half uurtje verderop met de boot bezoeken we een dorpje war de Ticuna de Macedonia wonen. Tikuna is de naam van het lokale volk in dit gebied. De gezinnen woonden hier vroeger verspreid in het woud, maar zijn door de regering in dorpen ondergebracht. Ongetwijfeld een onderdeel van het beleid om meer controle te krijgen in dit departement. De met palmbladdaken bekroonde houten huizen hebben geen ruiten. Openingen in de houten wanden zorgen voor licht en lucht. De originele behuizing van de indigenos had alleen een dak. Muren kwamen er pas in door de overheid gebouwde huizen.
Het dorpshuis waar we naartoe worden geleid is zo’n originele woning. Een ruimte van 30 bij 30 meter, overdekt met een rieten dak. Langs de rand tafeltjes met souvenirs, rond het midden banken voor de toeristen die het obligate dansje gaan bekijken. Vier in klederdracht gedoste vrouwen en drie kinderen gaan het dansje voor ons doen. Het publiek mag meedoen. Moet meedoen, tot groot genoegen van Ineke die als eerste wordt opgehaald door het jongetje in apepak met reuzenpenis. Ze had me net verteld hoe vreselijk ze dit vindt, maar ze doet braaf mee om het niet te bederven voor de anderen. Ook ik kom aan de beurt. Gelukkig duurt het niet lang. Tien minuten later gaan de kinderen met de kalebas rond.
image
We wandelen nog wat rond in deze tourist trap voordat we weer de boot in gaan voor het laatste stuk naar Puerto Nariño. Onze gids zit onderweg vredig te dutten.

Casa Selva was het eerste hotel van dit eco dorp waar gemotoriseerd verkeer is uitgebannen. Het oorspronkelijke gebouw is er nog, compleet vervallen en onbruikbaar. Wij logeren in het nieuwe gebouw, een kleine honderd meter hogerop. Een ruime kamer, een heerlijk bed, en een dakterras met mooi uitzicht op de omgeving. Er is niets mis met dit hotel.
Juan heeft een vriendinnetje in dit dorp dat hij meeneemt als we in een nabijgelegen restaurant gaan lunchen. Hij blijkt ineens een stuk spraakzamer. Tegen het vriendinnetje. Dat wij erbij aan tafel zitten stoort hem niet. Na de lunch is een rondwandeling door de stad gepland, en daarna een boottocht naar de Lagos de Tarapoto waar we grijze en de grotere roze dolfijnen zullen zien. Voor de wandeling is een lokale gids, Armando ingehuurd. Maar de plannen blijken te zijn gewijzigd. Juan neemt ons en zijn vriendinnetje na de lunch mee naar de rivier waar de watertaxi op ons wacht. Die brengt ons full speed naar de meren van Tarapoto. Door de snelheid zien we niet veel van de mooie meren waar we doorheen varen. We minderen vaart bij de ingang van Tarapoto, waar entree moet worden betaald en varen dan op tempo naar het midden van het meer. Hier draait Juan zich om, vertelt dat hier in de winter bij hoog water zeekoeien en dolfijnen te zien zijn maar nu niet omdat het water te laag staat, en vervolgens racen we weer terug naar Puerto Nariño. De hele trip heeft nog geen 40 minuten geduurd. We worden hier niet blij van en uiten ons ongenoegen als we weer aan de kant staan. Op mijn vraag waarom hij heen en weer gaat als hij weet dat er niets te zien is antwoordt Juan simpel dat het nu eenmaal in het protocol staat om erheen te gaan. Kennelijk vind hij het daarom ook normaal om het zo snel mogelijk af te raffelen. In het bijzijn van de volgende gids Armando maken we Juan duidelijk hoe ontevreden we zijn over zijn onprofessionele manier van doen.

Armando probeert het falen van zijn voorganger zoveel mogelijk goed te maken. Hij komt uit San Martin de Amacayou, een naburig dorp waar we morgen met hem naartoe gaan lopen. Tijdens de rondwandeling door Puerto Nariño vertelt hij over de levenswijze van de lokale bevolking. Men leeft van de landbouw op een stukje bouwgrond in het woud, van de visvangst en de laatste tijd ook van het toerisme. De geschilderde dieren op de huizen geven aan tot welke clan men behoort. Veel vogelclans: reigers, ganzen, adelaars, maar ook de dieren komen aan bod. Binnen de eigen clan wordt niet getrouwd. Puerto Nariño is relatief groot met bijna 8000 inwoners. San Martin heeft 550 inwoners.

Op de Mirador, een 18 meter hoge uitkijktoren aan de rand van Puerto Nariño, hebben we een panoramisch uitzicht over het lager gelegen oerwoud waar de Amazone zich majestueus doorheen slingert. Perfect voor een aantal panoramafoto’s.
image
Armando heeft tijdens onze wandeling bij een collega een bootje geregeld, en als we weer terug zijn bij het water gaan we op dolfijnenjacht. Als je weet waar je moet zijn hoef je niet ver. Nog geen kilometer buiten het dorp gaat de motor uit en wachten we rustig tot de dolfijnen komen. Binnen vijf minuten zien we onze eerste roze dolfijn, met een lengte van drie meter veel groter dan zijn grijze soortgenoot. Dit is het gebied waar ze aan het einde van de dag gaan jagen. Genietend van de rust speuren we het water af. Af en toe komt er een boven, sommigen horen we alleen snuivend uitademen, van anderen zien we de rug met de korte ronde rugvin. Meer een bult dan een vin, waar de grijze de meer typische scherpe rugvin hebben. Tevreden keren we terug naar het dorp. Het kost ons 20.000 peso’s, ongeveer tien dollar, geen geld voor deze mooie ervaring. Na het avondeten neem ik een uurtje de tijd om het reisbureau schriftelijk op de hoogte te brengen van onze ervaringen.

14-8
Het regenwoud doet zijn naam eer aan. Het plenst naar bendede. En dat op de ochtend dat we door het woud moeten naar San Martin. Hotel Casa Selva heeft gelukkig laarzen in de goede maat. Om een uur of acht gaan we met Armando op pad naar San Martin, het dorp waar hij woont. Hij heeft de wandeling vanmorgen vroeg al gedaan om ons op te halen.
Armando vraagt belangstellend of we regenkleding hebben. Ineke heeft een regenjas, ik niet. ‘Je wordt wel nat hoor.’ Waarschuwt Armando, die zelf ook geen regenjas blijkt te hebben’ Het is niet anders’ zeg ik en we gaan druipend op pad.
Binnen Puerto Nariño zijn de wandelpaden van beton, maar aan de rand van de bebouwing houdt dat op. We lopen over een breed pad door het secundaire woud. Secundair, omdat grote delen ervan eerder een paar jaar als landbouwgrond zijn gebruikt voordat het weer aan de natuur werd teruggegeven. We passeren meerdere chagra’s, stukjes land ter grootte van een hectare die gedurende twee jaar voor landbouwdoeleinden worden gebruikt. Bananen, mais en yuca zijn de belangrijkste gewassen. Net als de oogst is ook het vrijmaken van de chagra een collectief gebeuren. Armando vertelt dat in zijn dorp een nieuw stuk land van een hectare in een paar uur wordt veroverd op het bos. Dan zijn alle bomen geveld en verwijderd.
image
Als we een uurtje van het dorp verwijderd zijn, begint het primaire woud, dat al sinds mensenheugenis maagdelijk is. Het wild trekt zich overdag terug van het pad. De jagers moeten verder het regenwoud in om succes te hebben. Onderweg bekijken we allerlei medicinale planten. Planten waar oogdruppels uit vloeien als je ze afsnijdt, bomen waarin een brandend sap jeukende bulten binnen twee dagen geneest, een bloempje tegen maagproblemen, bladeren tegen kanker enzovoort. De jungle bevat de oplossingen voor vele kwalen. De pharmaceutische industrie haalt er de werkzame bestanddelen uit en maakt er pillen van zodat we moeten betalen voor de geneesmiddelen die in de natuur met de juiste kennis gratis beschikbaar zijn. Een wandeling door de jungle maakt je bewust van de eigenaardige manier waarop we onze westerse maatschappij hebben ingericht.
De bruggen over stroompjes bestaan uit vijf, zes naast elkaar liggende boomstammen, maar naarmate we verder het woud in gaan wordt het pad smaller en de bruggetjes ook. Het vergt soms een koorddansersmentaliteit om de riviertjes over te steken, dat maakt de wandeling wel zo avontuurlijk. We slagen er wonderwel in om telkens weer zonder in het water te vallen aan de overkant te komen.
image
Na een kleine drie uur eindigt het pad in een rivier, waar een kano op ons wacht. We dalen voorzichtig de steile oever af en stappen in. De Pekepeke pruttelt ons in twintig minuten naar San Martin, het dorp waar Armando woont. We wandelen door het dorp naar zijn huis, waar zijn vrouw ons opwacht. De baby ligt vredig te slapen in de hangmat. Achterin een kookgelegenheid. Een houtvuur op een tafel waar stenen op zijn gelegd om de tafel niet te laten verbranden. Op het vuur pruttelt een pan met voedsel voor Armando. Wij krijgen heerlijke schijven ananas en laten de lokale atmosfeer op ons inwerken terwijl Armando zijn maal naar binnen werkt.
image
Het dorp is nagenoeg verlaten. Armando vertelt dat het halve dorp bezig is met de oogst op een van de chagras. Natuurlijk vraag ik hem of hij niet mee had moeten doen. ‘Als je niet wordt uitgenodigd hoeft dat niet.’ is zin voor meerdere uitleg vatbare antwoord.
We lopen weer terug naar de kano. In anderhalf uur varen we rustig terug naar Puerto Nariño, waar Armando deze keer met ons de lunch gebruikt. Morgen zal hij er weer zijn om ons naar de pier te begeleiden vanwaar we teruggaan naar Leticia. Ons reisbureau laat niets aan het toeval over.
Op het dakterras van Casa Selva genieten we van een van de zonsondergangen waar de Amazone beroemd om is.
image
15-8
De snelboot naar Leticia komt om half acht aan uit Puerto Cabello, een Peruaans stadje stroomopwaarts. Armando verzekert zich ervan dat we met onze bagage aan boord zijn voordat zijn taak is afgelopen. Als de boot vertrekt blijkt al snel dat de rivier veel ruwer is dan op de heenweg. Het buiswater waait spetterend naar binnen zodat al snel de blauwe zeilen worden neergelaten. Lekker knus, maar we zien hierdoor weinig van de omgeving gedurende de twee uur durende rit.
In Leticia staat sr Robinson ons op te wachten. De organisatie van de trip is vlekkeloos. We worden per taxi naar het vliegveld vervoerd. Om twee uur landen we in Bogota, waar we ruim zeven uur de tijd hebben tot we vertrekken naar Carthagena. Een perfecte gelegenheid om aan dit reisverslag te werken. Helaas lukt het niet op het internet te komen. De wifi signalen komen prima binnen, maar we horen dat er problemen zijn met het internet. Dat moet dan maar wachten tot we in Carthagena zijn.

Plaats een reactie